Info hoe nu verder
Hoe gaat het met school, welke rechten heb je?
Chronisch ziek en onderwijs
Soms is het door je ziekte niet mogelijk om de hele dag naar school te gaan, het kan zelfs zo zijn dat je helemaal geen mogelijkheid hebt om regulier onderwijs te volgen. Het kost teveel energie of je voelt je te beroerd om in de klas aanwezig te zijn. Omdat je niet teveel lessen kunt missen om voldoende kennis op te doen voor je eindexamen, is er sinds een aantal jaren een oplossing met behulp van digitaal onderwijs via een webcam systeem. De digitale oplossing biedt de mogelijkheid om zelfs vanuit je bed thuis onderwijs te volgen. Op deze manier kun je zelf bepalen hoelang je op een dag onderwijs volgt en hoef je geen energie te verspillen aan reistijden. Ook kunnen scholen bepaalde aanpassingen doen om de leerling toch naar school te laten gaan (digibeter.nl)
De scholen
Omdat je in Nederland tot je 18e leerplichtig bent, hebben scholen de verplichting om mee te werken aan re-integratie van de langdurig zieke leerling in het onderwijs. Dit betekent dat ze, hoe dan ook, samen met de leerling oplossingen moeten bedenken om toch onderwijs aan te kunnen bieden. Het allerbeste is het als de leerling gewoon op school aanwezig kan zijn, dan heeft de hij of zij contact met mede leerlingen en komt (weliswaar virtueel) in een andere omgeving.
In eerste instantie zal de school bekijken welke aanpassingen op de school gemaakt kunnen worden om het voor een leerling mogelijk te maken om toch naar school te gaan. Hierbij kun je denken aan een apart ingerichte ruimte met bijvoorbeeld een bed zodat de leerling zich kan terugtrekken als de vermoeidheid teveel wordt. Ook kun je denken aan een aangepaste stoel, minder leerstof aanbieden en op middelbare scholen en scholen voor voorgezet onderwijs bijvoorbeeld een verrijdbare wagen om de boekentas te vervoeren. Natuurlijk kun je ook van een rolstoel gebruik maken en hebben veel scholen een lift.
Mocht een leerling het echt niet redden om naar school te gaan, dan kan er onderwijs worden geven via de webcam.
Dit artikel is verder niet meer actueel, het zal verder angepast worden.
Hulpmiddelen en rechten
Natuurlijk krijg je alle voeding, medicijnen en toebehoren vergoed van de ziektekostenverzekering maar als je opeens chronisch ziek wordt, kun je hulpmiddelen nodig hebben om je te helpen met de algemene dagelijkse levensbehoeften (ADL). Ook kun je bijvoorbeeld hulpmiddelen nodig hebben om naar buiten te kunnen, denk hierbij bijvoorbeeld aan een scootmobiel. De verstrekking van dergelijke hulpmiddelen zijn door een aantal wetten in Nederland verzekerd.
Zo is er de wet WMO, dit staat voor Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Hieronder vallen hulpmiddelen en diensten die door de gemeente waarin je woont worden verstrekt. Naast de WMO, is er ook de AWBZ, dit staat voor Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Hulp of begeleiding vanuit de AWBZ bestaat uit persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, revalidatie en verblijf in een verpleeg- of verzorgingshuis. De AWBZ vergoedt alles wat betreft verpleging en verzorging die de ziektekostenverzekering niet vergoedt en waarvan de kosten zo hoog zijn dat je ze niet zelf kunt betalen. Een (tijdelijke) opname in bijvoorbeeld een verpleeghuis valt daaronder.
Soms is het een hele stap om uiteindelijk een hulpmiddel aan te vragen. Je wilt er niet aan toegeven en bent bang voor de reacties van buitenstaanders. Dit kan tot gevolg hebben dat je binnen blijft omdat je te moe bent om zelf boodschappen te doen waardoor je steeds meer geïsoleerd raakt van je omgeving. Of je kunt nu geen uren meer winkelen omdat je na 1 winkel niet meer op je benen kunt staan, een rolstoel zou dan een uitkomst zijn.
Probeer te beseffen dat je echt ziek bent en dat je heus niet voor niets een aanvraag gaat doen. Ook zou het kunnen dat je bang bent voor het oordeel van je arts maar bedenk dan dat hij/zij niet degene is die dagelijks met de ziekte hoeft om te gaan. Zij zijn niet degenen die constant moet vechten om iets gedaan te krijgen.
Hulpmiddelen kunnen het leven veel makkelijker maken, dus als je twijfelt aarzel dan niet en vraag aan wat je denkt nodig te hebben. Wat de WMO en AWBZ betreft: nee heb je en ja kun je krijgen. Nogmaals, jij bent degene die beslist of je iets nodig hebt, niet je arts, niet de gemeenteadviseur of de CIZ medewerker. Ze zullen aanvragen niet snel weigeren mits je een goede onderbouwing kunt geven!
De WMO
De WMO wordt uitgevoerd door de gemeente. Deze wet zorgt ervoor dat iedereen kan blijven meedoen in de maatschappij. Ook zorgt de WMO ervoor dat mensen met een ziekte of handicap zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Iedere gemeente heeft zijn eigen WMO beleid, wat de ene gemeente wel vergoedt, hoeft de andere niet te vergoeden. Ook de hoogte van de vergoeding kan verschillen.
De WMO bestaat nog niet zo lang, deze wet is in 2007 ingevoerd. De WMO vervangt 3 andere wetten:
1. Wvg, wet voorziening gehandicapten. Deze wet zorgde ervoor dat er hulpmiddelen kwamen voor mensen met een handicap die daarvan afhankelijk waren;
2. Welzijnswet, deze wet zorgde ervoor dat er bijvoorbeeld maatschappelijk werk was, kinderspeelplaatsen, buurtcentra en vrouwenopvang;
3. Huishoudelijke zorg uit de AWBZ. Vroeger viel de huishoudelijke zorg ook onder de AWBZ. Sinds de WMO bestaat, valt deze zorg daar dus niet meer onder.
De hulpmiddelen en zorg die worden vergoedt vanuit de WMO zodat je zo zelfstandig mogelijk deel uit kunt blijven maken van de maatschappij:
• Huishoudelijke verzorging zoals boodschappen doen, ramen zemen, stofzuigen en dweilen;
• Vervoer, als je geen gebruik meer kunt maken van het openbaar vervoer. Veel gemeenten kennen de taxibus en de regiotaxi. Ook een scootmobiel en een rolstoel vallen echter onder de WMO;
• Aanpassingen in en om het huis. Denk hierbij aan trapliften, douchestoelen, po-stoelen en verhoogde toiletten;
• Hulp bij het opvoeden van kinderen;
• Maaltijdservice;
• Blijf van mijn lijf huizen, opvang van daklozen;
• Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers.
PGB of zorg in natura
Voordat je een aanvraag gaat doen moet je bedenken hoe je de vergoeding wilt ontvangen. Je kunt kiezen uit zorg in natura of je kunt een Persoons Gebonden Budget (afgekort PGB) nemen.
Bij zorg in natura heb je geen vrije keus in de bedrijven die de producten leveren. De gemeente heeft een aantal instellingen gecontracteerd waarmee zaken worden gedaan. Het voordeel van zorg in natura is dat je geen administratie hoeft bij te houden en geen verantwoording hoeft af te leggen over wat je met het geld hebt gedaan. Nadeel is dat je geen vrije keuze hebt, dit kan betekenen dat je huishoudelijke verzorging ontvangt van een instelling waarover je absoluut niet tevreden bent
Met het PGB krijg je een van te voren bepaalde hoeveelheid geld. Hiermee kun je zelf je geïndiceerde zorg inkopen bij welk bedrijf of persoon je ook wilt. Hoe hoog dit bedrag is, wordt berekend aan de hand van de zorg die je van tevoren hebt aangevraagd bij de gemeente. Je zou zelfs je partner, moeder, zusje of beste vrienden kunnen betalen voor de dingen die ze voor je doen. Je moet wel verantwoording afleggen en bewijzen hiervan overleggen.
Het nadeel van een PGB is dat het veel administratie vereist. Je moet maandelijks kunnen bewijzen dat de zorg echt is geleverd. Ook zul je rekeningen op tijd moeten doorsturen en betalen. Het voordeel is dat jij de baas bent over wie er voor je zorgt. Je mag zelf kiezen wat voor hulpmiddelen je wilt, als een hulpmiddel duurder is dan de vergoeding die je ontvangt, zul je zelf het verschil bij moeten betalen.
De aanvraag
Veel gemeenten hebben een eigen zorg-loket waar je verschillende formulieren kunt aanvragen. Als je hulp nodig hebt kun je hiervoor bij MEE terecht, MEE is een instantie die zich bezighoudt met alle regelingen voor mensen met een lichamelijke beperking. Zij zijn op de hoogte van alle regelgevingen in Nederland. Op de formulieren moet je invullen wat voor aandoening je hebt en welke hulpmiddelen je denkt nodig te hebben. Je hebt hiervoor geen handtekening van een arts nodig, jij bent degene die beslist of je wel of geen hulpmiddelen nodig hebt.
Als je de formulieren hebt ingevuld en opgestuurd, wordt je aanvraag in behandeling genomen. Voor sommige hulpmiddelen is het nodig dat er een consulent van de gemeente bij je langskomt om te kijken of er nog verdere aanpassingen moeten worden genomen of om maten op te nemen. Soms zal een medewerker telefonisch contact met je opnemen. Afhankelijk van de gemeente duurt de verwerking van de aanvraag 2 tot 8 weken.
Je krijgt van de gemeente een brief waarin staat dat de aanvraag is goedgekeurd of afgekeurd. Is de aanvraag goedgekeurd, zal de gemeente in geval van zorg in natura (waarover later meer) contact opnemen met de door de gemeente gecontracteerde bedrijven. Deze zullen de aanvraag dan verder in behandeling nemen. Als de aanvraag bij die bedrijven is verwerkt, krijg je een uitnodiging om bijvoorbeeld een rolstoel aan te passen, of ze maken een afspraak om een en ander te bezorgen. Heb je gekozen voor een PGB, dan kun je vanaf het moment van toekenning zelf de bedrijven en zorgverleners benaderen.
Eigen bijdrage
Voor sommige middelen uit de WMO is het nodig dat je een eigen bijdrage betaalt. Dit wordt geregeld door het CAK (centraal administratie kantoor). De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van:
• Je leeftijd;
• Je inkomen;
• De gemeente waarin je woont;
• De (eventuele) eigen bijdrage voor de AWBZ.
De AWBZ
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) was in Nederland een verplichte, collectieve ziektekostenverzekering voor niet individueel verzekerbare ziektenkostenrisico's. Verzekerd voor de AWBZ waren ingezetenen van Nederland en niet-ingezetenen van Nederland die bepaalde inkomsten in Nederland genoten. De AWBZ was één van de zogenoemde verplichte volksverzekeringen. De wet is vervallen met ingang van 1 januari 2015.
Sinds 2015 wordt de extramurale zorg door de gemeenten geregeld. De overblijvende delen van de AWBZ zijn omgevormd tot de Wet langdurige zorg.
De overheid onderscheidt drie compartimenten in de zorg:
- Het eerste compartiment bevat de langdurige zorg (care) en onverzekerbare medische risico’s. De verstrekking en financiering van deze zorg worden grotendeels geregeld door de overheid via de AWBZ.
- Het tweede compartiment bevat kortdurende geneeskundige zorg die voor iedereen toegankelijk moet zijn. Vergoeding hiervan loopt via de Zorgverzekeringswet.
- De vrijwillige aanvullende verzekering valt onder het derde compartiment. Vooralsnog (2011) is er alleen een aanvullende ziektekostenverzekering.
Op grond van de AWBZ is iedere Nederlander verzekerd tegen de kosten van onverzekerbare medische risico's en langdurige zorg (na 366 dagen). Deze worden niet door de zorgverzekering vergoed. De vergoeding kan op twee manieren plaatsvinden: Zorg in Natura (ZIN) en het persoonsgebondenbudget (PGB). In het laatste geval krijgt de rechthebbende een bepaald budget toegekend. De uitvoering van zowel ZIN als het pgb verloopt via het zorgkantoor.
Overige zaken en vergoedingen waar je als chronisch zieke recht op hebt:
Vervoer
Naast het taxivervoer dat je via de WMO kunt krijgen, kun je vaak ook met het bewijs van de toezegging van de gemeente voor deze voorziening bij Valys een pasje aanvragen. Valys is een instelling van Conexxion en werkt landelijk, dit betekent dat je ook voor grotere afstanden met een taxi(bus) kunt reizen tegen een erg laag tarief. In de stad/gemeente heb je vaak de taxibus, voor de regio heb je de regiotaxi en alles dat buiten de regio valt is voor Valys. Je krijgt van te voren een bepaald aantal kilometers per jaar (in 2011 is dit 750 km) waardoor je voor een laag tarief (voor 2011 € 0,18 per kilometer) kunt reizen. Kom je boven het vastgestelde aantal kilometers dan betaal je meer (€ 1,16 per kilometer). Je kunt met Valys je rolstoel of scootmobiel meenemen, ook mag je gratis een begeleider meenemen op de reis.
De reizen met Valys moet je van te voren reserveren, je moet er wel rekening mee houden dat je een kwartier voor de afgesproken tijd klaar moet staan. Daarnaast is er een marge zodat, wanneer de taxi een kwartier na de afgesproken tijd aankomt, dit ook nog als op tijd geldt. Het komt voor dat je onderweg nog mensen moet ophalen die dezelfde kant op reizen als jij, hierdoor kan je aankomsttijd afwijken. Als je anderhalf uur later dan de verwachte aankomsttijd aankomt hoef je niet voor de taxirit te betalen.
Als je toch liever met het openbaar vervoer wilt reizen, maar dit niet meer alleen kunt omdat je een rolstoel of ander hulpmiddel mee moet nemen, kun je bij de Nederlandse spoorwegen een begeleiderskaart aanvragen. Hiervoor heb je ook het bewijs van toezegging van de gemeente nodig. Met de begeleiderskaart kan je begeleider gratis meereizen in al het openbaar vervoer.
Als je bij de NS van tevoren aangeeft dat je met een rolstoel reist, zorgt een medewerker van de NS ervoor dat er een speciale rijplank voor het treinstel wordt gelegd zodat je met de rolstoel erin kunt rijden. Bij aankomst op de plaats van bestemming zal er weer een medewerker klaar staan. Meer informatie over deze service vind je op: undefined
Activiteiten
Tegenwoordig zijn steeds meer attracties toegankelijk voor mensen met een lichamelijke beperking. Denk bijvoorbeeld aan speciale rolstoelplaatsen bij concerten en rolstoelingangen in pretparken. Soms is het nodig om dit van tevoren te reserveren, daarom is het handig om voordat je een attractie bezoekt even op hun website te kijken. Veel musea, dierentuinen en attractieparken hebben een apart gedeelte op de website voor gehandicapten. Bij twijfel kun je altijd bellen of mailen. Sommige pretparken vragen een doktersverklaring. Deze kun je gewoon bij je arts of huisarts opvragen, hij of zij is verplicht deze op te stellen.
Er zijn ook dierentuinen, musea en attractieparken die korting geven aan mensen met een handicap en/of de begeleider. Soms mag de begeleider zelfs gratis mee naar binnen. Belangrijk is om bij de kassa aan te geven dat er iemand bij is met een handicap. Als je van te voren kaartjes koopt is het raadzaam om je goed te laten informeren wat het beleid is voor begeleiders van gehandicapten.
Overige onkosten en vergoedingen
Een keer per jaar keert het CAK in kader van de WTCG (wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) een bepaald bedrag uit aan iedereen die hiervoor in aanmerking komt. Deze wet zorgt ervoor dat chronisch zieken en gehandicapten gecompenseerd worden in de extra onkosten die de ziekte of handicap met zich mee brengt. Deze wet is in 2009 opgericht ter vervanging van de oude fiscale aftrekpost buitengewone lasten. Via de belasting blijven nu alleen specifieke zorgkosten aftrekbaar.
De zorgkosten die nu nog één keer per jaar via de belastingaangifte aftrekbaar zijn:
- Voorgeschreven medicijnen en geneeskundige hulp;
- Hulpmiddelen, zoals steunzolen, een kunstgebit of woningaanpassingen;
- Een dieet op medisch voorschrift;
- Extra gezinshulp;
- Extra kleding en beddengoed;
- Ziekenbezoek;
- Vervoerskosten naar bijvoorbeeld het ziekenhuis;
Mantelzorg
Als je ziek bent of wordt, heb je vaak voor de kleinste klusjes in- en buitenshuis geen energie meer, toch moeten ze natuurlijk wel gebeuren. Denk eens aan die rekening die nu echt op de brievenbus moet of de kattenbak die wel eens verschoond mag worden! Je kunt voor deze dingen natuurlijk de thuiszorg inschakelen maar soms is het prettiger om een bekende in te schakelen, dit kan een familielid, vriend, vriendin, partner of een andere bekende zijn.
Als dat het geval is spreek je van mantelzorg. Officieel wordt iemand pas mantelzorger als hij/zij meer dan 8 uur per week de zorg voor een chronisch zieke of gehandicapte overneemt. Maar alle klusjes die voor een chronische zieke of gehandicapte worden gedaan worden, mantelzorg genoemd.
Vergoedingen mantelzorg
Mantelzorg bestaat niet alleen uit kleine klusjes maar bijvoorbeeld ook het wassen, aankleden en aansluiten van voeding wordt als mantelzorg gezien. Omdat deze klusjes normaliter ook door medewerkers van de thuiszorg kunnen worden gedaan kan deze vorm van mantelzorg betaald worden uit het PGB. Verder is mantelzorg vaak onbetaald werk.
Een keer per jaar kan door de gehandicapte of chronisch zieke bij de sociale verzekeringsbank een mantelzorg compliment worden aangevraagd. Je hebt hiervoor wel een indicatie van het CIZ of bureau jeugdzorg nodig (wanneer je jonger dan 18 bent). Dit mantelzorg compliment is een bedrag van maximaal € 250,- per jaar. Ook degene die het compliment zal ontvangen moet hiervoor een handtekening zetten, je kunt er dus niet echt een verrassing van maken.
Veel gemeenten hebben een steunpunt mantelzorg. Dit is een punt waar mantelzorgers terecht kunnen met vragen en hun zorgen met anderen kunnen delen. Dit steunpunt organiseert ook een keer per jaar de dag van de mantelzorg, dit is een dag waarop de mantelzorger in het zonnetje wordt gezet. De datum van deze dag is elk jaar wisselend, in 2011 is het op 10 november. Wat er op die dag georganiseerd wordt, verschilt per gemeente.
Je kunt jouw mantelzorger opgeven bij het steunpunt van je gemeente. Sommige gemeenten hebben een kortingsregeling voor mantelzorgers, ze krijgen dan korting in bijvoorbeeld musea en bepaalde winkels.
Grenzen stellen
Soms is het moeilijk om de hulp van een bekende te accepteren, je moet echt een grens over voordat je hulp gaat vragen. Bedenk dan wel dat iemand waarschijnlijk heel graag dingen voor je doet. Voor een gezond iemand kan het posten van een brief iets kleins zijn, terwijl jij er zelf ontzettend veel moeite voor moet doen, schaam je niet en vraag hulp. De mantelzorger wil vaak meer doen dan jij op dat moment nodig hebt en soms is het dan lastig om grenzen te stellen.
Jij wilt gewoon een praatje maken of een spelletje spelen maar degene die je helpt wil toch meer doen. In zo’n situatie is het heel belangrijk om dingen bespreekbaar te maken, dat kan moeilijk zijn want je wilt die persoon niet kwetsen. Jij wilt zelf echter ook een goed gevoel overhouden aan het bezoek. Vertel je mantelzorger daarom altijd dat je heel blij bent met zijn/haar hulp maar dat je een praatje/spelletje ook heel gezellig vindt.
Ook kan het voor een mantelzorger heel leuk zijn om eens een keertje een klein cadeautje te krijgen. Dit hoeft niet iets groots te zijn, denk bijvoorbeeld aan een plantje, een fles doucheschuim of iets waarvan je weet dat diegene het leuk vindt. Het kan er voor zorgen dat iemand zich ontzettend gewaardeerd voelt. Voor jou is het geven van een klein cadeautje een klein gebaar en voor de mantelzorger een teken van waardering voor de dingen die ze voor je doen!
Voor meer informatie kunnen mantelzorgers kijken op de website mezzo.nl.
De wet verbetering poortwachter
Via de volgende link Poortwachter kom je op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Het aanvragen van een WIA uitkering
Via de website van het UWV, kun je een formulier opvragen om de WIA aan te vragen, dit kan ook online. Als je het formulier hebt ingevuld zul je binnen 1 of 2 maanden een oproep krijgen om bij de keuringsarts te komen. Deze arts zal aan de hand van jouw klachten en het re-integratie/evaluatie formulier van je werkgever kijken wat je nog wel kunt. Soms zal de arts een lichamelijk onderzoek moeten doen.
Als de arts heeft bepaald wat je wel of niet kunt, zul je worden opgeroepen voor een gesprek met de arbeidsdeskundige. Deze gaat kijken welke mogelijkheden er zijn. Aan de hand van de mogelijkheden wordt bekeken hoeveel uur je dit kunt doen en hoeveel het salaris behorende bij die functie is. Het verschil met inkomsten is het aantal % dat je arbeidsongeschikt bent.
Om dit een beetje duidelijker te maken het volgende voorbeeld:
Stel je werkt als voedingsassistente voor 24 uur per week. Je verdient hiermee 1000 euro per maand. Dit werk kun je niet meer doen, maar je kunt wel voor 12 uur per week aan de slag als datatypiste. Dit verdient 250 euro per maand. Die 250 euro is 25% van 1000. Dit betekent dat je voor 75 % arbeidsongeschikt bent. Mocht na het eerste gesprek met de arts al duidelijk zijn dat je 80 – 100% arbeidsongeschikt bent, zul je geen gesprek krijgen met de arbeidsdeskundige. Wel zul je periodiek een oproep krijgen om nog eens bij de arts te komen om te zien hoe de zaken er op dat moment voorstaan.
Als je in die periode wilt proberen om vrijwilligerswerk te doen, moet je dit in overleg doen met het UWV. Zij kunnen eventueel ook bemiddelen. Kun je wel werken maar heb je speciale aanpassingen nodig, zoals bv een speciale bureaustoel, dan dient het UWV ervoor zorg te dragen dat dit er komt. Als je bijvoorbeeld wel kunt werken, maar niet kunt reizen, dan moet het UWV hier ook voor zorgen. Dit kun je allemaal bespreken in het gesprek met de arbeidsdeskundige.
Wat als mijn contract eerder afgelopen is dan de 2 jaar dat ik ziek ben?
Mocht je contract aflopen en je bent nog geen 2 jaar ziek, dan moet je werkgever je ziek uit dienst melden. Dit betekent dat het UWV een melding krijgt dat jij ziek bent en dus niet kunt werken. Het UWV neemt dan binnen 3 werkdagen contact met je op. Je krijgt een formulier dat je moet invullen en daarna krijg je bericht of je recht hebt op een ziektewet uitkering. Als je hier recht op hebt, dan zal deze 70% van je uurloon zijn, je krijgt dit wekelijks uitbetaald.
Na 2 jaar ziektewet geldt hetzelfde als wanneer je niet meer onder contract staat bij een werkgever.