Voedingstoestand en ondervoeding
Wanneer spreken we van een goede voedingstoestand?
Als de inname van energie en voedingsstoffen enerzijds en de behoefte en/of het verlies aan energie en voedingsstoffen anderzijds op lange termijn in balans is hebben we het over een goede voedingstoestand.
Wanneer spreken we van een slechte voedingstoestand?
Als de inname van energie en voedingsstoffen al enige tijd minder is dan de behoefte en/of het verlies aan energie en voedingstoffen hebben we het over een slechte voedingstoestand.
Een slechte voedingstoestand wordt veroorzaakt door:
• Verminderde inname;
• Verhoogde behoefte bijvoorbeeld door koorts, infecties;
• Verhoogde verliezen bijvoorbeeld door diarree, hevig braken, fistels die produceren.
De gevolgen van een slechte voedingstoestand:
- Verslechtering van het algemene welzijn;
- Vertraagde wondgenezing;
- Verminderde afweer waardoor verhoogde kans op infecties ontstaat;
- Verminderde spierkracht;
- Verminderde kwaliteit van de darm en hierdoor verminderde opname van voedingsstoffen.
Hoe kun je de voedingstoestand bepalen:
Lengte en gewicht.
Ongewenste vermindering van lichaamsgewicht is een redelijk betrouwbare maat voor de voedingstoestand, zeker wanneer dit gerelateerd wordt aan de tijd waarin de gewichtsvermindering heeft plaats gevonden.
Men spreekt van een slechte voedingstoestand bij:
a) 3 kg ongewenst gewichtsverlies binnen één maand;
b) 6 kg ongewenst gewichtsverlies binnen zes maanden.