Verschillende soorten TPV
Parenterale voeding kent meerdere toepassingsvormen maar er is ook een verschil in SOORTEN voeding. Je kunt de voeding grofweg opdelen in 2 groepen. Alle fabrikanten hebben voeding met en zonder vet. Welke voeding in jouw geval wordt gegeven is afhankelijk van je ziektebeeld en wordt ALTIJD bepaald door je arts in samenspraak met iemand van het voedingsteam van jouw ziekenhuis. In perifere ziekenhuizen (streekziekenhuizen) waar geen voedingsteam is wordt de parenterale voeding voorgeschreven door de zaalarts in overleg met zijn/haar supervisor of oudste arts assistent.
Als er wordt besloten dat je voeding met vet gaat krijgen zijn er ook weer verschillende soorten vet die ieder hun eigen indicatie hebben.
- In de voeding kan LCT vet zitten, dit zijn lange keten vetzuren zoals o.a intralipid op basis van soja olie;
- Er kan ook een combinatie LCT en MCT vet in zitten. MCT zijn midden lange keten vetzuren, deze kunnen al of niet gesynthetiseerd zijn, dat houdt in dat het snellere klaring geeft wat een positief effect heeft op leverfunctiestoornissen (klaring is in de geneeskunde en de farmacologie de snelheid waarmee een bepaalde stof door het lichaam uit het bloed wordt verwijderd).
- In de voeding kan men ook gebruik maken vetten afkomstig van verschillende bronnen. Rekening houdend met verzadigde en onverzadigde vetzuren, o.a afkomstig van olijfolie/ soja olie/ kokosnoot olie/ vis olie;
- Ten slotte is er ook een combinatie mogelijk van verschillende soorten vet, b.v 80 % olijfolie en 20 % soja olie.
Belangrijk in de voeding is het aantal gram eiwit dat in de voeding aanwezig is. Binnen het ziekenhuis kan daar ook nog glutamine aan toegevoegd worden, dit is belangrijk voor de darm integriteit, zodat de natuurlijke darm functie zo goed mogelijk in tact blijft en de darm het vermogen behoud om voedingsstoffen op te nemen. De hoeveelheid voeding per zak kan variëren van 1 liter tot 2,5 liter. Per patiënt wordt ook beoordeeld of er nog supplementen aan de voeding moeten worden toegevoegd en hoeveel. Dit is afhankelijk van je bloedbeeld en wordt altijd bepaald door jouw behandelend team.
Nieuwe ontwikkelingen
Middelen zoals glutamine, arginine, lange keten w-3-vetzuren, korte keten vetten en (oraal) oplosbare vezels staan de laatste tijd bij de enterale en parenterale voedingstoediening in de belangstelling. Het doel van deze toedieningen is om de darmcellen (lokaal) te voeden en de natuurlijke afweer (immuunsysteem) te stimuleren. Deze toepassingen moeten vooralsnog als experimenteel worden gezien.