Verschillende soorten sondevoeding
Net zoals er veel verschillende mogelijkheden zijn om sondevoeding toe te dienen, zijn er ook erg veel verschillende soorten voedingen. Welke voeding voor jou en jouw ziektebeeld geschikt is, wordt altijd door je arts of diëtist bepaald.
Soort sondevoeding
Sondevoeding is vloeibare voeding die per sonde, rechtstreeks in de maag, duodenum of jejunum toegediend kan worden. Sondevoeding kan in twee groepen gedeeld worden: Polymere en Monomere voeding. Beide voedingen bevatten, mits er voldoende van wordt toegediend, de gemiddelde dagelijkse behoefte aan voedingsstoffen en energie. De voedingen bevatten ook alle nodige vitamines, mineralen en sporenelementen. Dat de voeding in twee groepen, polymeer en monomeer, verdeeld kan worden, heeft te maken met de vorm waarin eiwitten, vetten en koolhydraten in de voeding voor komen.
Polymere sondevoeding
De eiwitten, vetten en koolhydraten in polymeren sondevoeding zijn nog geheel intact, de moleculen zijn dus nog van ware grote. Polymere voeding wordt voorgeschreven aan mensen, bij wie een normale vertering en resorptie (opname) aanwezig is, dus mensen waarvan het verteringsstelsel nog goed functioneert.
Monomere sondevoeding
Bij monomere sondevoeding zijn de eiwitten, vetten en koolhydraten al voor verteerd, dat wil zeggen dat de moleculen heel erg verkleind zijn. Dit maakt dat de voeding makkelijker door het lichaam opgenomen en verteerd kan worden. Monomere sondevoeding is geschikt voor patiënten met verterings-en/of resorptiestoornissen. Er is nog een speciale groep van de monomere voedingen, namelijk de oligomere voedingen. Deze voeding bestaat net als de monomere voeding uit eiwitten, koolhydraten en vetten die al voor verteerd zijn maar bij oligomere voedingen zijn de moleculen minder klein.
In deze twee categorieën zijn er ook weer allerlei verschillende voedingen met een andere samenstelling en voor verschillende doelgroepen:
Voeding met een (erg) verhoogd eiwit gehalte
Deze voeding wordt voorgeschreven bij mensen met metabole stress, dat wil in het kort zeggen dat je lichaam een tekort aan eiwitten heeft. Mensen die ziek zijn, breken meer eiwitten af dan gezonde mensen. Je lichaam heeft dan extra eiwitten nodig om herstel te “versnellen” en het tekort aan eiwitten aan te vullen. Voeding met een erg verhoogd eiwit gehalte wordt vaak voorgeschreven aan mensen:
• Bij wie eiwit inname onvoldoende is;
• Bij wie eiwit behoefte groter is, door ziekte of operatie;
• Of waarbij er sprake is van afname van de spierkracht.