Het woord PICC lijn staat voor het woord Perifeer Ingevoegde Centrale Catheter. Het is een lang, slank, klein, flexibel buisje dat wordt ingebracht in een perifere ader, meestal in de bovenarm. De PICC wordt door deze ader opgevoerd totdat de kathetertip eindigt in een grote ader in de borst in de buurt van het hart om op deze manier een intraveneuze toegang te verkrijgen. Hij is vergelijkbaar met andere centrale lijnen waarbij het uiteinde in een grote ader ligt. Echter, in tegenstelling tot andere centrale lijnen, ligt het punt van binnenkomst van de lijn in de ledematen.
Een PICC lijn biedt het beste van beide werelden met betrekking tot veneuze toegang. Vergelijkbaar met een standaard IV (infuus), wordt hij ingebracht in de arm, onder visualisatie. Een PICC lijn heeft als voordeel boven een infuus dat hij veel langer kan blijven zitten en je dus niet steeds geprikt hoeft te worden, hierdoor komt vaatontsteking bij een PICC lijn minder voor. De verzorging van een PICC lijn is wel iets lastiger dan bij een infuus omdat dit steriel moet gebeuren.
Een PICC’s eindpunt is centraal gelegen in het lichaam, waardoor men er behandelingen door kan geven die niet konden worden verkregen met de standaard periferie IV toegang. Ten slotte zijn PICC lijn inbrengingen minder ingrijpend, ze hebben minder risico’s op complicaties en kunnen voor een veel langere duur dan andere centrale of periferie toegangslijnen blijven zitten.
Met behulp van ultrasone technologie (doorlichting) wordt een diepe, grote ader in de bovenarm opgezocht en vervolgens wordt een röntgenfoto van de borst verkregen om de perfecte plaatsing te bevestigen.
Een PICC lijn kan worden ingebracht voor een scala aan behandelingen bij voorbeeld:
• Langdurige IV behandeling met antibiotica;
• IV-toegangen worden verkregen door minder ingrijpende en meer duurzame methoden;
• Meerdere toegangen verkrijgbaar met een toegingslijn;
• TPV voeding;
• Chemotherapie;
• IV toegang in verband met fysiologische factoren;
PICC’s worden vaak gebruikt als een centrale veneuze lijn voor patiënten in de acute zorg en thuiszorg. Omdat de complicatie risico’s minder zijn met PICC lijnen, verdient het de voorkeur boven andere vormen van centraal veneuze katheters. Een PICC is niet geschikt voor alle patiënten. De behandelende arts bepaald of deze vorm van lange lijn voor jou geschikt is.
De PICC kan één of meerdere lumen (uitgangen) hebben, dit hangt af van hoeveel intraveneuze therapieën nodig zijn. Een PICC lijn kan gebruikt worden voor antibiotica, pijnstillers, chemotherapie, voeding of voor het trekken van bloedmonsters. PICC’s kunnen worden ingevoegd door radiologen, arts-assistenten of gecertificeerd geregistreerde verpleegkundigen.
Techniek van de PICC plaatsing
Het betreft een poliklinische ingreep op de interventiekamer van de radioloog. De duur van de ingreep is variabel maar duurt gemiddeld 30-60 minuten. In de interventiekamer wordt één arm (meestal de niet dominante hand) gejodeerd en steriel afgedekt. Nadat de huid is verdoofd wordt onder echogeleide een ader ter hoogte van de elleboogplooi met een speciale naald aangeprikt.
Door deze naald wordt een voerdraad (soepel metalen draadje) ingebracht waarmee de lengte van de katheter kan worden gemeten en waarover de PICC kan worden geplaatst. Na positionering wordt de ligging van de tip gecontroleerd door middel van röntgendoorlichting. De katheter wordt op de huid gefixeerd met een speciale pleister waarna het geheel wordt afgedekt met een gaas en een Tegraderm (soort pleister). Om stolselvorming rondom en in de katheter te voorkomen wordt er in de katheter heparine (antistollingsmiddel) achtergelaten.
Risico's en complicaties
Aan elke medische ingreep zijn risico’s verbonden. Dit geldt ook voor het inbrengen van een PICC. De ingreep is echter minimaal invasief en kent weinig risico’s. Aan de ingreep verbonden risico’s zijn:
• Bloeding/nabloeding bij de aanprikplaats;
• Ontsteking van de aanprikplaats tot sepsis (bloedvergiftiging);
• Verplaatsing van de katheter (komt meest frequent voor);
• Stolselvorming in de katheter of in de omringende bloedvaten (=trombose).
Nabehandeling van de PICC:
Het verband wordt in principe 1x per week verwisseld. Na gebruik van de PICC wordt er een heparineslot (ampul heparine via spuit opzuigen en in de lijn spuiten) achtergelaten. Deze wordt in principe 1x per week verwisseld. Deze handelingen kunnen in de thuissituatie gebeuren door specialistische wijkverpleegkundigen of door de partner.
Aan de patiënt wordt gevraagd de insteekopening regelmatig te controleren door de pleister heen op roodheid, zwelling, pusvorming of verplaatsing. Het verband het liefst droog houden tijdens het douchen, het mag niet onder water, dus niet zwemmen of in bad. De arm waar de PICC in zit, mag normaal gebruikt worden. Eventueel ontzien bij zwaar tillen.