Complicaties bij TPV
Het krijgen van TPV is helaas niet zonder risico’s. Er kunnen verschillende complicaties optreden:
Sepsis
Één van de grootste complicaties die kan optreden is (lijn)sepsis. Door infectie van buitenaf kan er via de lijn of naald een bacterie rechtstreeks in het bloed belanden waardoor dit geïnfecteerd raakt. Een sepsis wordt ook wel bloedvergiftiging genoemd en hierdoor kan zuurstof minder goed door het lichaam worden getransporteerd met als gevolg dat belangrijke organen worden aangetast. Als er sprake is van meerdere aangetaste organen, wordt dit ook wel Multi orgaan falen genoemd (afgekort MOF). Als je de sepsis op tijd herkent en er wordt op tijd ingegrepen zal de schade aan de organen zich herstellen.
Een sepsis kun je herkennen aan:
• Hoge koorts;
• Tachycardie (snelle hartslag);
• Tachypnoe (snelle ademhaling);
• Koude rillingen;
• Hypotensie (lage bloeddruk);
• Verwardheid;
• Verminderde urineproductie;
• Aanvankelijk kleine, later soms snel uitbreidende bloedingen in de huid (petechiën en purpura);
• Oedeem ( vochtophoping in het lichaam);
• Diffuus intravasale stolling ( bloedstolling in de bloedvaten).
Een sepsis moet zo snel mogelijk worden behandeld, dit gebeurt met antibiotica via het infuus. Ook zullen er grote hoeveelheden fysiologisch zout door dit infuus worden gegeven, dit is om de doorbloeding in de organen goed te houden. Als duidelijk is waar de infectiebron vandaan komt, zal deze worden verwijderd. Dit is ook de reden dat bij mensen met een PAC, deze zo snel mogelijk zal worden verwijderd. Als de longen door de sepsis zijn aangetast zul je vaak aan de beademing moeten om ze de tijd te geven om te herstellen. Als je een sepsis niet op tijd herkent en erkent, kunnen de gevolgen zeer ernstig zijn. Het kan zelfs leiden tot de dood. Bij twijfel dus niet wachten, maar gelijk contact opnemen met een arts of spoedeisende hulp! Om het risico op sepsis te verkleinen, wordt er bij langdurige indicatie van TPV vaak besloten tot het plaatsen van een shunt.
Leverfunctiestoornissen
De lever verwerkt vet uit voeding die normaal gesproken via de maag en darmen binnenkomt. Bij TPV heeft de lever minder werk te doen en hierdoor kunnen leverfunctiestoornissen optreden. Omdat de lever een ontgiftigings functie heeft, zou het lichaam zich langzaam aan kunnen vergiftigen. De doorbloeding in de buik en slokdarm wordt minder en dit kan spataderen als gevolg hebben. Spataderen kunnen levensgevaarlijke bloedingen veroorzaken.
Symptomen van leverstoornissen zijn:
• Een gelige huidskleur;
• Gelig oogwit.
Je lever kan al een tijdje aangetast zijn, voordat er klachten optreden daarom is het belangrijk dat je regelmatig je bloed laat controleren. Je MDL arts zal bij langdurige TPV, de waardes goed in de gaten houden. Ter voorkoming van leverfunctiestoornissen zal er structolipid ipv intralipid worden voorgeschreven. Structolipid zit al door de totale parentale voeding van verschillende fabrikanten. Ook kan al het vet uit de TPV worden gelaten om leverproblemen te voorkomen. De preventie van leverfunctiestoornissen is afhankelijk van het feit of de dikke darm nog aanwezig is of niet.
Gal- en nierstenen
Als gevolg van een hoog oxalaat (=Zuringzuur zout) kun je nier- of galstenen ontwikkelen. Oxalaten worden gevormd door oxaalzuur dat zich bindt met ionen (zoals calcium) in het bloed, dit irriteert de nieren. Nierstenen bestaan voornamelijk uit oxalaat en calcium, evenals galstenen.
Galstenen:
Galstenen worden gevormd in de galblaas. Ongeveer 30% van de Nederlandse bevolking heeft galstenen maar slechts een klein gedeelte heeft er ook last van, soms kunnen galstenen de galgang blokkeren. Klachten die bij vastzittende galstenen horen zijn veel pijn in de rechteronderbuik. Soms kun je door belemmering van de afvoer van de lever door galstenen geel gaan zien, ook kan de ontlasting ontkleurd worden. Op een echo is te zien of er ook daadwerkelijk galstenen in de galblaas zitten. Bij klachten zal de galblaas operatief worden verwijderd, dit gebeurd meestal laparoscopisch ( kijkoperatie). In ernstige gevallen kan de galblaas ontstoken raken. Dit kan ook op een echo worden gezien. De galblaaswand is dan verdikt. Ook bij een ontstoken galblaas zal deze worden verwijderd.
Nierstenen:
Een niersteen is een kristal dat zich vormt in de urinewegen, meestal in het nierbekken of de nierkelken. De grootte van een niersteen verschilt tussen een zandkorrel en een kastanje. Een heel extreem geval was een man met een niersteen van ongeveer 1 kilo en een doorsnede van 17 centimeter maar dit is echt een uitzondering. De klachten bij nierstenen uiten zich in heel veel pijn in de onderbuik en bewegingsdrang, je kunt niet stil zitten of -liggen. Deze pijn ontstaat omdat de steen de urineweg blokkeert. Als de steen uiteindelijk in de blaas belandt, is de pijn verdwenen en is het wachten totdat de steen wordt uitgeplast. Soms lukt dit uit plassen niet en dan kan de steen worden vergruisd, ook kan met behulp van een grijpertje in de urinebuis de steen worden verwijderd. De laatste optie is operatieve verwijdering, dit wordt alleen gedaan als andere mogelijkheden zijn uitgesloten. Nierstenen kunnen worden voorkomen door voldoende vocht tot je te nemen. Soms worden ook plaspillen voorgeschreven om de urineproductie op peil te houden.
Osteoporose
Osteoporose wordt in de volksmond ook wel botontkalking, of broze botten genoemd. Door het verhoogde oxalaat wordt ook de calciumhuishouding in het bloed verstoord. Meestal komt osteoporose bij oudere mensen voor maar als je langere tijd calciumverstoring hebt, kun je ook op jongere leeftijd osteoporose krijgen. Osteoporose houdt dan ook letterlijk in dat de botmassa minder kalk bevat en hierdoor minder stevig is. Je hebt er geen last, totdat je een botbreuk krijgt. De botten kunnen namelijk al voor 30% zijn aangetast, voordat de eerste “spontane” botbreuk ontstaat. Met spontaan wordt bedoeld dat een kleine, onschuldige val tot een breuk kan leiden.
De meest voorkomende breuken bij osteoporose zijn pols- en heupbreuken maar ook kan een ingezakte wervelkolom door een val voor komen. Doordat de wervelkolom inzakt, word je kleiner en vaak ga je ook krom lopen. De ingezakte wervels kunnen rugpijn veroorzaken, maar soms heb je er ook helemaal geen last van en merk je alleen maar dat je krimpt. Ook kun je, doordat je een andere houding aanneemt, last krijgen met ademhalen en evenwichtsstoornissen. Deze evenwichtsstoornissen kunnen weer leiden tot vallen en dit verhoogt dan weer de kans op botbreuken.
Diagnose
De diagnose osteoporose wordt gesteld aan de hand van een DXA-onderzoek. DXA staat voor Dual Energy X-ray Absorptiometry. Bij dit onderzoek word je gemeten, er zal bloed worden afgenomen, waarbij vooral gekeken wordt naar vitamine D, en daarna zal er met een speciale DXA scanner een scan worden gemaakt. Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 30 minuten. Niet elk ziekenhuis heeft een DXA scanner, maar dan wordt het onderzoek uitgevoerd met een CT-scanner of er wordt een echo onderzoek gedaan. Veel ziekenhuizen hebben ook een onderlinge afspraak dat patiënten alleen voor het onderzoek in een ander ziekenhuis terecht kunnen.
Behandeling
Voorkomen is beter dan genezen. Daarom zullen artsen je kalktabletten of vitamine D kunnen voorschrijven. Als je niet kunt eten, maar wel drinken, kun je ongeveer 4 glazen melk per dag drinken. Botmassa neemt na je 30e niet meer toe, daarom is het belangrijk om voor die leeftijd genoeg kalk te nemen. Na die leeftijd is het belangrijk de kalkvoorziening in stand te houden.
Als behandeling kunnen artsen de volgende middelen voorschrijven:
• Plantaardige oestrogenen;
• Anabole steroïden;
• Hormoonaanvulling;
• SERM (Selectieve Oestrogeen Receptor Modulator);
• Strontiumranelaat;
• Bisfosfonaten.
Afhankelijk van je leeftijd en de mate van osteoporose maakt de arts een overweging welke medicijnen het meest geschikt zijn voor jou. Sommige medicijnen worden 3 tot 4 keer per jaar via een infuus gegeven op de dagbehandeling in het ziekenhuis. Andere medicijnen kunnen worden ingenomen op een lege maag, als je maag niet werkt, zal dit middel dus niet gebruikt kunnen worden. Naast de geneesmiddelen zal de arts, als je pijnklachten hebt, pijnstilling voorschrijven. Sommige ziekenhuizen hebben het beleid om patiënten die volledig afhankelijk zijn van TPV, jaarlijks een DXA scan te laten ondergaan.
De risico’s van TPV zijn niet gering, daarom zul je alleen TPV krijgen als er echt niets anders meer mogelijk is. Als je TPV gebruikt, houd je dan goed aan de afspraken en medicijn voorschriften die met je arts zijn afgesproken.
Voorkomen is beter dan genezen!