Inbrengen voedingssonde
In overleg met je behandelend arts heb je besloten tot een afspraak op het Endoscopie Centrum van je ziekenhuis. Het betreft het inbrengen van een voedingssonde. Hier staat de gang van zaken bij de behandeling in grote lijnen beschreven. Heb je na het lezen nog vragen, stel deze dan gerust aan de arts die de behandeling heeft aangevraagd.
De dag van het onderzoek
Op de dag van het onderzoek meld je je op het Endoscopie Centrum. Graag zouden wij je willen verzoeken om een kwartier eerder op de afdeling aanwezig te zijn dan de geplande tijd. Dit in verband met de voorbereiding van het onderzoek en voor een goede doorstroom van het programma.
Behandeling
Het inbrengen van een voedingssonde is mogelijk met behulp van een gastroscoop. Dit is een buigzame slang met een doorsnee van ongeveer een centimeter. Aan het eind bevindt zich een lamp en een videochip. De beelden hier van zijn op een monitor te zien. De slang wordt via de mond in slokdarm en maag gebracht. Dit veroorzaakt soms kokhalzen. Je kunt tijdens de behandeling wel gewoon ademen. De arts brengt via de slang lucht in de maag om een beter zicht te krijgen. Hierdoor ontstaat vaak een opgezet gevoel in de bovenbuik. Meestal is het ook mogelijk om de eerste tien centimeter van de twaalfvingerige darm, direct voorbij de maag, te bekijken.
Via de gastroscoop kan de sonde worden ingebracht tot ver in de dunne darm. Als de gastroscoop verwijderd wordt, komt de sonde uit je mond naar buiten en wordt dan met behulp van een speciaal slangetje door je neus gehaald. Daarna wordt de sonde op de neusvleugel vastgeplakt. De behandeling duurt tien tot twintig minuten.
Controle
Voor elk onderzoek controleert het endoscopieteam aan de hand van een lijst een aantal gegevens. Dit heet een time out procedure.
Kalmeringsmiddelen (roesje)
Tijdens dit onderzoek wordt op jouw verzoek de keel verdoofd met keelspray. In overleg met de behandelend arts kunt je voor het onderzoek een injectie met een kalmeringsmiddel krijgen. Je krijgt dan een infuusnaald ingebracht. Als je opgenomen bent gebeurt dit op de verpleegafdeling. Het kalmeringsmiddel kan een enigszins remmende werking op de ademhaling hebben en hierdoor complicaties geven, met name bij patiënten met chronische hart- en/of longziekten en bepaalde neurologische aandoeningen. Daarom worden tijdens en na het onderzoek de bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte in het bloed met behulp van een monitor bewaakt.
Voorbereiding
• De ochtend van de behandeling mag je niet eten, alleen water en thee drinken.
• Als je al gevoed wordt met behulp van een sonde in de maag of in de twaalfvingerige darm, moet de sondevoeding worden gestopt gedurende tenminste twaalf uur voor het inbrengen van de nieuwe sonde.
Je medische conditie
• Heb je een afwijking aan het hart of bloedvaten waarbij je het advies gekregen hebt om bij ingrepen vooraf antibiotica te gebruiken?
• Ben je momenteel onder behandeling van de trombosedienst of gebruik je een van de volgende bloedverdunnende medicijnen: Acenocoumarol (Sintrom® of Sintrommitis®), Clopidogrel (Plavix®), Fenprocoumon (Marcoumar®), Dipyridamol (Persantin®), Rivaroxaban (Xarelto®), Dabigatran (Praxada®) of Apixaban (Eliquis®)?
• Heb je een stoornis van de bloedstolling?
• Heb je suikerziekte?
• Heb je een Pacemaker of een ICD (interne defibrillator)?
Als je één of meerdere van de voorafgaande vragen met ja hebt beantwoord en dit is niet besproken met de arts die dit onderzoek heeft aangevraagd, neem dan contact op met deze behandelend arts.
Via de slang kan vocht uit slokdarm of maag worden weggezogen. In de slang bevindt zich nog een kanaal, waardoor een soepele snaar naar binnen kan worden geschoven. Met deze snaar kan de arts een klein hapje uit het slijmvlies nemen. Dit materiaal gaat voor onderzoek naar het laboratorium.
Na de behandeling
• Je kunt na het onderzoek last hebben van een opgeblazen gevoel in de bovenbuik en soms wat keelpijn.
• Afhankelijk van de reden van de sondevoeding mag je na de behandeling weer eten en drinken volgens voorschrift van je behandelend arts. Indien de keel verdoofd is, moet je hiermee een uur wachten.
• Indien je niet bent opgenomen en je hebt geen kalmeringsinjectie gehad, dan kun je zonder bezwaar zelf naar huis gaan. Indien je wel een kalmeringsinjectie hebt gekregen, moet je nog ongeveer een uur ter observatie op het Endoscopie Centrum blijven. Hierna kun je naar huis, echter alleen met begeleiding. Omdat het middel ook sufheid veroorzaakt mag je niet zelf autorijden en ook niet alleen met het openbaar vervoer reizen. Je dient je te laten ophalen bij het Endoscopie Centrum. Je mag de afdeling niet alleen verlaten.
Mogelijke complicaties
Bij deze behandeling komen vrijwel geen complicaties voor. Zelden treedt een bloeding of perforatie op (gaatje in de maag).
(bron: RadboudUMC)