Speciale onderzoeken
In dit artikel lees je over speciale onderzoeken of testen.
Dumping provocatietest
Deze test wordt uitgevoerd om vast te stellen of er bij jou een zeer snelle passage van de maaltijd door het spijsverteringskanaal plaats vindt dat veroorzaakt wordt door het dumping syndroom.
Als het vermoeden bestaat dat je het dumping syndroom hebt, zal deze test plaats vinden waarbij men door middel van allerlei metingen, berekeningen kan maken om zo de definitieve diagnose te stellen. Om vast te kunnen stellen wat er in je lichaam gebeurt, word je tijdens het hele onderzoek aangesloten op allerlei apparatuur zoals een bloeddrukmeter die tevens je hartslag registreert. Naast een aantal typische klachten zal er bij dumping ook een versnelling van de polsslag optreden die dan geregistreerd wordt. Bij dumping worden ook de suiker spiegels in het bloed verstoord, omdat de suikers te weinig worden opgenomen door het lichaam. Dit laatste kan worden gemeten door het waterstofgehalte in de uitademingslucht te bepalen.(H2-ademanalyse apparaat)
Voorbereidingen
Voor dit onderzoek is het belangrijk dat je nuchter bent. De avond voor het onderzoek moet je een licht verteerbare maaltijd gebruiken met bijv. wit brood, witte rijst, kip, kaas, bloemkool, appelmoes, eieren, visfilet of magere vleeswaren. De dag voorafgaand aan het onderzoek zijn melk of melk producten en vers fruit of vruchtensappen met vruchtvlees niet toegestaan. Je mag de dag voor het onderzoek ook geen sondevoeding aansluiten of je moet dit op een nader te bepalen tijdstip afsluiten! Als je medicijnen gebruikt kan het nodig zijn deze tijdelijk te stoppen, je krijgt hiervoor instructies van je behandelend arts of van de arts van de functie afdeling. Alle geneesmiddelen die gebruikt worden om het maagzuur te remmen en/of de peralstatiek te beïnvloeden, moeten 3 dagen voorafgaand aan het onderzoek worden gestopt. Als je een gebitsprothese draagt mag deze uitsluitend met tandpasta worden gereinigd. De uitslag van de test kan beïnvloed worden door het gebruik van antibiotica , in de weken voorafgaand aan het onderzoek mag geen antibiotica gebruikt worden ! Wanneer je antibiotica moet gebruiken meldt dit dan duidelijk aan je behandelend arts.
Hoe gaat het onderzoek in zijn werk?
Als je op de afdeling aankomt ben je dus nuchter vanaf de vorige dag. Meestal wordt er voor de bloedafname een infuus geprikt maar het kan ook gebeuren dat het niet mogelijk is om bij jou een infuus te prikken en dan worden alle afnames via een vingerprik genomen. Je moet er dan wel rekening mee houden dat men ongeveer om de 15 min. 2 ml bloed nodig heeft dus dat betekend ongeveer 17 vingerprikjes in totaal. Je wordt aangesloten aan het apparaat dat men gaat gebruiken en dan wordt er voor de eerste keer bloed afgenomen, je bloeddruk en hartslag worden geregistreerd en je moet voor de eerste keer een ademtest afleggen (blazen in een soort pijpje dat vast zit aan een digitaal metertje). Dit is nu de uitgangswaarde ofwel het nuchtere adem monster. Vervolgens wordt er 50 g glucose opgelost in 300 ml water en dat moet je binnen 5 minuten na afname van het eerste adem monster opdrinken. De verpleegkundige zal ook samen met jou een lijst invullen waarop je klachten van dat moment staan, die lijst wordt constant bijgehouden en het is heel belangrijk dat je ELKE klacht/verandering die je voelt aangeeft! Denk niet "Dit is normaal voor mij" terwijl je niets zegt maar meldt echt alles, hoe onbenullig het in jouw ogen ook lijkt.
Hierna wordt er:
• Iedere 15 min. bloed afgenomen (4 uur lang);
• Iedere10 min.bloeddruk en polsfrequentie gemeten gedurende het 1ste half uur, daarna iedere 15 min.;
• Iedere 30 min. een ademmonster (tot 240 min.);
• De vragenlijst wordt om de 15 min. Ingevuld, waarbij je de klachten een score kan geven van 0 (=afwezig) tot 10 (=ondragelijk).
Tijdens het hele onderzoek blijft men dus vragen stellen, zoals of je wilt gaan liggen enz, wees eerlijk, probeer je niet sterker op te stellen dan dat je jezelf voelt! Je zult, als er sprake is van dumping, verschillende klachten ondervinden zoals misselijkheid, een opgeblazen buik, borrelingen, een gevoel van warmte, zweten, duizeligheid, hartkloppingen, kortademigheid, slaperigheid en de neiging tot flauwvallen. Je ligt tijdens het onderzoek op een bed en er is altijd iemand aanwezig! Na het onderzoek mag je de normale medicijnen weer innemen en kun je naar huis. Het kan zijn dat je nog een tijdje rest klachten ondervind, houdt hier rekening mee en zorg dat er bij ernstige klachten iets geregeld is voor je terugreis. Normaal gesproken mag je na het onderzoek zelfstandig naar huis maar jij kent jouw lichaam het beste, dus neem geen risico's.
Voor de uitslagen zal er een afspraak worden gemaakt met je behandelend arts. Het analyseren van al het bloed en de berekeningen nemen veel tijd in beslag dus de uitslag zal langere tijd op zich laten wachten.
Peet's ervaring met Dumping provocatietest
Onderzoek naar lactose intolerantie
Waterstof ademtest naar lactose intolerantie
Dit onderzoek is bedoeld om uit te zoeken of je intolerant bent voor lactose. Bij lactose intolerantie is je lichaam niet voldoende in staat om het enzym lactase aan te maken. Lactose moet na consumptie in de dunne darm gesplitst worden door het enzym lactase in kleinere suikers, glucose en galactose. Als de vertering en splitsing in de dunne darm niet volledig plaats vindt, komt er lactose in de dikke darm terecht.
Bacteriën in de dikke darm zorgen voor een splitsing van de lactose, waarbij waterstofgas (H2) gevormd wordt. Het waterstofgas wordt opgenomen en verspreidt zich direct in de bloedbaan. Omdat het ook in de longblaasjes terecht komt, kan het gemeten worden in de uitgeademde lucht.
De test wordt uitgevoerd om vast te stellen of lactose (=melksuiker) goed wordt verteerd en opgenomen via de darm. .Als de lactose terecht komt in de dikke darm gaat het gisten en dit kan leiden tot verschijnselen als overmatige gas- en zuurproductie, buikpijn, opgeblazen gevoel, winderigheid en diarree, ook kan er hevige misselijkheid optreden. Door om de bepaalde tijd in een buisje te blazen wordt de hoeveelheid lactose in je adem gemeten. Als het boven een bepaalde waarde uitkomt, kan er bijna zeker van lactose intolerantie worden gesproken.
Voorbereiding
De avond voor het onderzoek moet je een lichtverteerbare maaltijd gebruiken, b.v witbrood, witte rijst, kip, kaas, bloemkool, appelmoes, eieren, visfilet of magere vleeswaren. De dag voorafgaand aan het onderzoek zijn melk of melk producten en vers fruit of vruchtensappen met vruchtvlees niet toegestaan daar dit de onderzoeksresultaten kan beïnvloeden. De ochtend van het onderzoek moet je nuchter zijn, dat betekend dat je de avond voorafgaand aan het onderzoek vanaf 19.00 uur niets meer mag eten en vanaf 22.00 niets meer mag drinken, roken is vanaf die tijd ook niet meer toegestaan omdat dit ook de onderzoeksresultaten kan beïnvloeden. Verder is er geen speciale voorbereiding nodig. Sommige medicijnen moeten worden gestopt, met uitzondering van medicatie die niet zonder risico gestopt kan worden zoals medicijnen voor het hart, tegen hoge bloeddruk of epilepsie, deze mag je vroeg in de ochtend met een klein beetje water innemen. Als je antibiotica gebruikt moet je dit voor het onderzoek melden! In het geval je een gebitsprothese hebt mag je deze 24 uur voor het onderzoek alleen met tandpasta reinigen.
Het onderzoek
Voordat het onderzoek begint blaas je een keer in een buisje. Dit buisje is aangesloten op een apparaatje dat de waarde van de uitgeblazen lactose in je adem meet, deze waarde is 0 of 1. Binnen 5 min. na het eerste adem monster krijg je een suikerdrank te drinken, deze drank bevat 50 gram suiker, opgelost in 300 ml water. Een half uur nadat je deze drank op hebt, blaas je opnieuw in het buisje. Daarna moet je het blazen elk half uur herhalen tot 3 uur nadat het drankje op is. De waarde moet je elke keer opschrijven, ook moet je het aangeven als je klachten hebt. Tijdens de test mag niet gegeten, gedronken of gerookt worden Na 3 uur is het onderzoek klaar.
Na het onderzoek
Na het onderzoek mag je alles weer eten en drinken. De uitslag van het onderzoek krijg je op de eerst volgende afspraak met je arts.
Vaak is een lactose vrij dieet de oplossing voor alle klachten. Is een persoon een paar weken klachtenvrij dan kan worden begonnen met het langzaam opbouwen van het nemen van lactose bevattende producten tot de klachten terugkomen. Er kan besloten worden dat een lactose vrij leven de beste oplossing is. Lactose is een stof die in heel veel melkproducten zit. Lactose intolerantie is echter niet hetzelfde als koemelk allergie. Bij een allergie kan een persoon absoluut geen melkproducten verdragen, bij een lactose intolerantie kunnen melkproducten wel worden verdragen, mits deze vrij zijn gemaakt van lactose. Bij sommige supermarkten zijn ook melk en yoghurt te koop die door een speciale bereidingswijze lactose vrij zijn.
PP (Pancreas Polypeptide) test
Deze test is bedoeld om te kijken of er schade is aan de nervus vagus. De nervus vagus is de 10e hersenzenuw die een groot deel van de ingewanden aanstuurt. Hij zorgt er bijvoorbeeld voor dat de maaguitgang kort na het eten open gaat, hij heeft invloed op de werking van maag, darmen en de alvleesklier/pancreas. De nervus vagus loopt vlak achter de slokdarm en de maag.
Soms kan bij een operatie in dit gebied (hoog in de maag, laag in de slokdarm of de overgang van slokdarm naar maag) de nervus vagus beschadigen. Dat kan (zelden) ook spontaan gebeuren. Het is belangrijk bij een verandering van de maagwerking (vertraagd/versneld) te controleren of deze zenuw goed functioneert.
Pancreas Polypeptide is een hormoon dat bij de mens uitsluitend in de pancreas wordt geproduceerd en na het nuttigen van een maaltijd in het bloed vrij komt. Bij een verstoorde functie van de nervus vagus treedt er GEEN stijging van het PP gehalte op.
Voorbereiding
De dag van het onderzoek moet je nuchter naar de afdeling komen, dat betekent dat je de avond voorafgaande aan het onderzoek vanaf 22.00 uur niets meer mag eten of drinken (als je suikerziekte hebt moet je dit VOOR het onderzoek melden).
Bij de PP-test wordt er een infuus ingebracht waardoor een kleine hoeveelheid insuline wordt toegediend. Voor de test wordt eerst je gewicht bepaald omdat afhankelijk hiervan de hoogte van de insuline gift wordt berekend. De insuline zorgt ervoor dat je een lage bloedsuiker waarde (hypoglycemie) krijgt. Bij een hypoglycemie is het mogelijk dat er klachten optreden zoals duizeligheid, wazig zien, slaperig worden en transpireren. Tijdens de periode dat je een lage bloedsuiker hebt is er constant een verpleegkundige aanwezig en word je nauwkeurig geobserveerd.
Het veroorzaken van een lage bloedsuiker is nodig om de nervus vagus te activeren. Het lichaam wil de bloedsuiker omhoog hebben en gaat allerhande stofjes maken om dat te doen (voorbeelden van deze stofjes zijn: adrenaline, cortisol, enz). Een van de tegenmaatregelen van het lichaam om de bloedsuiker weer omhoog te krijgen is het snel vrijmaken van Pancreas Polypeptide uit de alvleesklier.
Tijdens het onderzoek wordt bloed afgenomen op vastgestelde tijdstippen, namelijk 1 keer 10 min. vóór toediening van de insuline en vervolgens elke 10 minuten. Dit wordt gedaan totdat er 1,5 uur na de aanvang van het onderzoek voorbij zijn. Ongeveer 40 á 50 minuten na het inspuiten van de insuline stijgt de bloedsuiker weer. Na 1,5 uur krijg je een kleine broodmaaltijd bestaand uit 1 witte boterham, 5 gram margarine, 45 gram kaas, 1 gekookt ei, 150 ml melk, koffie of thee zonder suiker. Als alternatief voor de maaltijd kan 400 ml drinkvoeding gegeven worden.
Na de maaltijd voel je je een stuk beter, er wordt nu nog gedurende 1 uur om de 15 min. bloed afgenomen. Het kan zijn dat je na het onderzoek wat licht in je hoofd bent of erg vermoeid, daarom is het verstandig om vooraf al vervoer naar huis te regelen. Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 3 uur.
De uitslag van deze metingen kent twee mogelijkheden:
1. De bloedsuiker wordt laag en PP stijgt: de nervus vagus is goed;
2. De bloedsuiker wordt laag en PP stijgt niet of niet voldoende: de nervus vagus kan beschadigd zijn.
Om te controleren of de PP wel of niet (voldoende) werkt, moet het bloed veel bewerkingen doorlopen en zal het een paar maanden duren voordat je de uitslag van het onderzoek krijgt.
Xylosetest
Xylose is een suiker dat in bepaalde vezelrijke voedingsmiddelen zit, het wordt door de dunne darm opgenomen in het lichaam en uitgescheiden in de urine. Bij een Xylosetest wordt gekeken, hoeveel Xylose er terug gevonden wordt in de urine en aan de hand daarvan kan men bepalen hoe de opname (absorptie) van de dunne darm is. Een verlaagde opname van Xylose kan wijzen op bepaalde darm aandoeningen.
Voorbereidingen voor de Xylosetest
De avond voor het onderzoek moet je na 21.00 uur nuchter blijven. Voordat je naar bed gaat los je de Xylosepoeder, die je gekregen hebt, op in een glas met 200 ml water. Het beste kun je het glas met de opgeloste Xylosepoeder naast je bed zetten, samen met een extra glas water (200ml). Zet de wekker om 03.00 uur 's nachts, je gaat dan eerst naar de wc om te plassen, deze urine mag je gewoon doorspoelen. Daarna drink je het glas met het opgeloste Xylosepoeder en het glas water allebei leeg. Vanaf dat moment moet je tot 08.00 uur 's ochtends alle urine verzamelen in een bokaal. Om 08.00 uur ga je nog een keer naar de wc en maak je de blaas leeg. Deze urine gaat ook nog in de bokaal.
Na deze handelingen
De bokalen met urine breng je naar de poli/plek, die door het ziekenhuis is aangegeven. Let op: Het bovenstaande kan per ziekenhuis/arts verschillen.