Interessante weetjes
Er valt heel veel te leren over de werking van ons lichaam. Zeker omdat er onderlinge relaties zijn met andere systemen van ons lichaam. Hier hebben we er een paar verzameld die de moeite waard zijn om te lezen.
Bron: voor deze en volgende artikelen hebben we diverse websites zoals Wikipedia, spijsvertering.info, mlds.nl gebruikt
Buikhersenen: De buik denkt mee...
Er is een intensieve uitwisseling tussen de hersenen en de darmen.
Rondom de darmen bevindt zich een uitgestrekt, dicht netwerk van zenuwen.
Dezelfde neurotransmitters, zoals dopamine en serotonine, die we in de hersenen tegenkomen, zien we ook in de buik.
De darmen bevatten zoveel zenuwcellen en neurotransmitters, dat ze het tweede brein worden genoemd. Wanneer de darmwand beschadigd raakt door ontstekingen, kan de productie van neurotransmitters verstoord raken.
Ook is er een intensieve uitwisseling van stoffen: voeding maar ook als er toxische stoffen aangemaakt worden, komen die in de hersenen terecht.
Een gezonde darmflora maakt je beter bestand tegen psychologische stress.
Bij psychische symptomen als een depressie, ADHD, schizofrenie en autisme zou je daarom altijd ook naar de darmflora moeten kijken als mogelijke bron van de problemen.
GAPS-therapie richt zich op het herstel van de darmflora, darmwand en ontgifting. (Google maar eens op GAPS dieet).
De bacteriën, onze vrienden
Zij zijn veel meer dan verteringshelpers: de bonte microbenverzameling in onze darm produceert vitaminen, traint ons immuunsysteem en zorgt voor ons welbevinden. Zonder hen kunnen wij nauwelijks overleven. Grote massa's van micro-organismen bevolken ons mensen. Zij leven overal: in de neus, onder de oksels, op de handen, tussen de tanden en vooral in de darm. Wanneer wij van “wij” spreken, dan bedoelen wij ons lichaam – plus 100 Biljoen eencelligen, die zo klein zijn, dat men ze alleen onder een zeer sterke microscoop herkennen kan. In iedere gram darminhoud leven meer bacteriën dan mensen op deze aarde. Tot voor kort werden de microben beschouwd als de enige nuttige spijsvertering. Nieuwe onderzoeksresultaten tonen echter aan dat zij nog veel meer kunnen: zij verminderen vermoedelijk het risico op diabetes of kanker, produceren vitaminen voor ons en zijn belangrijke trainingspartners voor ons immuun-systeem. Zelfs ons psychisch welbevinden schijnen zij te beïnvloeden. De bacteriën zijn echter niet alleen mee-etende meelifters, zij nemen fundamentele controlefuncties/belastbare functies in het lichaam over. Daardoor benaderen vele onderzoekers de gecompliceerde aanwezigheid van de darmbacteriën als een zelfstandig orgaan.
Naar actuele schattingen herbergt ieder mens meer dan 1000 verschillende microbensoorten. Deze biodiversiteit is slinkende bij vele ziekten. Zo ontwikkelt zich, als voorbeeld patiënten met Coeliakie, een onverdraaglijkheid tegen het plak-eiwit in granen, in hun darm zitten minder bacteriesoorten dan bij gezonde mensen. Een vergelijkend beeld toont zich bij vele andere ziekten. Of het zich om een oorzaak of een gevolg van respectieve ziektebeelden handelt is nog niet duidelijk.
Ons levenscyclus in relatie met de bacterienmix
De eerste maanden: de foetus in het moederlijf leeft in een steriele omgeving. De microbennederzetting start pas tijdens de geboorte. Inmiddels zijn er aanwijzingen dat enkele microben proberen de baarmoeder van de foetus te bereiken. Onder hen vallen melkzuur- en entero-bacteriën. Zij zouden via de bloedbaan in de baarmoeder terecht kunnen komen.
Het eerste geboortegeschenk dat de moeder aan haar baby geeft is een bonte bacteriënmix doordat het kind tijdens zijn weg door het geboortekanaal hiermee in contact komt. Er is een verschil in de bacterienmix waargenomen tussen een steriele bevalling (keizersnede) en een vaginale, natuurlijke bevalling. De samenstelling varieert overigens van vrouw tot vrouw sterk, de etnische achtergrond speelt daarbij een grote rol.
Direct bij de borstvoeding neemt de zuigeling rijkelijk bacteriën op die zich op de huid van de moeder en in haar melk bevinden (onder andere Streptokokken, Coryne-bacteriën, Lactococcus-soorten). Meer entero-bacteriën, typische darmbewoners, komen er in de eerste maand bij. In de aansluitende weken komen er beschermende Bifido-bacteriën en Bacteroides-soorten bij. Zodra de baby met het eerste vaste voedsel gevoed wordt, nestelt de volgende golf bacteriën zich in het organisme, daar zijn basisbacteriën en darmmicroben bij.De melkzuurbacteriën moeten hun leidinggevende positie opgeven: Bacteriodes- en Firmucutes-microben dienen zich aan die helpen bij de vertering van de koolhydraten.
Darmen en immuunsysteem
Nergens anders stuiten microben en immuunsysteem zo heftig op elkaar als in de darm, dit komt door de functie van het slangvormige verteringsorgaan, de mantel die een barrière vormt tussen de darminhoud en het lichaam. De darmwand moet aan de ene kant doorlatend zijn om voedingstoffen in het organisme op te kunnen nemen, anderzijds mag zij geen ziekteverwekkers laten passeren.
Op deze belangrijke grens patrouilleren cellen van het immuunsysteem en argwanen/verdenken alles dat voorbij stroomt op een veel intensievere wijze dan in alle andere organen samen. De eisen die aan de wachter gesteld worden zijn zeer hoog: Zij moet niet alleen vijanden uitselecteren en bevechten, maar ook vrienden herkennen en met rust laten omdat niet iedere microbe een gevaar oplevert. De meesten van hen behoren tot de nuttigen die zich in de loop van de evolutie gezamenlijk met de mens ontwikkelt hebben, zij hebben verblijfsrecht en het immuunsysteem moet tolerant voor hun zijn. Volgens aanvaardbare deskundige theorieën betekent dit dat wij zonder deze nuttige microben een belangrijk controleorgaan voor het immuunsysteem missen. In dat geval keert het immuunsysteem zich tegen het eigen lichaam, flipt uit wanneer het met pollen of melk in contact komt of begint een oorlog wanneer een beetje plakeiwit (gluten) in het lichaam komt. Met als gevolg: Auto-immuunziekte, allergieën en astma.
Antibiotica
De moderne mens heeft niet meer zoveel contact met microben als vroeger. Medicijnen, milieutoxines en slechte voeding maken dat de microben in ons lichaam afnemen en daarmee ook hun waarde voor onze gezondheid. Observatie heeft getoond dat kleine kinderen die al voor hun eerste verjaardag antibiotica kregen, met grote waarschijnlijkheid later in hun leven een allergie ontwikkelen als gevolg van deze eerdere behandeling omdat de medicatie niet alleen de ziekteveroorzaker doodt maar vaak ook veel goede bacteriën. Om antibiotica daarom helemaal af te wijzen is zeker geen goed idee omdat zij bij veel infecties echt noodzakelijk zijn. Onderzoekers pleiten echter voor een terughoudendheid ten opzichte van het gebruik van bacteriekillers. Tegelijkertijd hopen zij ook nieuwe werkstoffen, die doeltreffender zijn en alleen de schadelijke veroorzakers uitschakelen en onschuldige bacteriën ontzien, te ontdekken.
Antibiotica zijn een gevaar voor het menselijke ecosysteem want zij doden niet alleen de ziekteverwekker maar ook een hele grote groep vriendelijke en hulpvaardige microben. Echter meestal herstelt de samenstelling van deze ecologische ramp zich in een aantal maanden.
Probiotica
Over hun werking zijn er zeer verschillende observaties. Sommige Probiotica schijnen het immuunsysteem positief te beïnvloeden. Een zogenoemde metanalyse uit 2011, die de resultaten uit 10 verschillende onderzoekingen met in totaal 3500 deelnemers samenvat, vindt bij Probiotica-gebruikers een beperkt risico op infectieziektes die van invloed zijn op de luchtwegen (mond, keel, luchtpijp, bronchiën, longen), ook schijnen griepinfecties milder te verlopen. Over de werking bij allergieën zijn er veel studies met tegenstrijdige ervaringen. In ieder geval, zo schijnt het, veroorzaken Probiotica alleen in zeer zeldzame gevallen problemen.
Darmproblemen in relatie tot rusteloosheid en depressie
Er is groeiend bewijs suggereert dat darmbacteriën een voorname rol spelen in de regulering van gedrag en hersenchemie en dat ze relevant zijn bij de ontwikkeling van depressie en angst.
Darm-Hersenconnecie = hersen-darm as
Uit onderzoek is gebleken dat darmbacteriën invloed hebben op ontsteking, pijn, eetgedrag, trek, stemming en andere dingen die schijnbaar niet gerelateerd lijken zoals: depressie en rusteloosheid. Depressie en angst gaan dan ook niet zelden gepaard met een aandoening aan de darmen, zoals het prikkelbare darmsyndroom.
De kennis omtrent de hersen-darm as (ook wel darm-hersenen connectie genoemd) is de laatste jaren toegenomen. Deze as maakt communicatie in beide richtingen mogelijk, door gebruik te maken van signalen zoals cytokinen, hormonen en neurotransmitters. Dit betekent dat je darmen letterlijk tegen je hersenen ‘praten’ om emoties te beïnvloeden. Even belangrijk is het feit dat de emoties en neurotransmitters die door het brein geproduceerd worden, ook een uitgesproken effect op de darmen hebben. Wanneer de communicatie tussen darm en brein niet goed verloopt, kan dit tot diverse ziekten leiden en ook tot depressie en angst.
Diversiteit
De menselijke darmen worden bewoond door meer dan 100 triljoen microben en dat is meer dan in de lichaamscellen. Het genetisch materiaal dat de microben bevatten, is 150 keer groter dan het overige erfelijke materiaal. De meeste experts zijn het er over eens, dat we meer dan 1000 verschillende soorten in onze darmen hebben. Wat betreft strengen, bezitten we er meer dan 7000. In onze darmen leven dus hele bevolkingsgroepen van allerlei ‘nationaliteiten’.
Door blootstelling aan stress, chemicaliën, antibiotica en giffen, vermindert de diversiteit van het microbioom. Hoe minder divers het microbioom is, des te gevoeliger we zijn voor ziekten en aandoeningen.
Darmbacterien en stress
Wat in toenemende mate duidelijk wordt is dat er een bi-directionele communicatie tussen de darm microben is, wat het centrale zenuwstelsel en brein beïnvloedt. Omgekeerd is eveneens het geval: het brein beïnvloedt de microbiële samenstelling.
Stress beïnvloedt de darmbacteriën, op 3 manieren:
- Toename van de hoeveelheid ontstekingscytokinen (IL-6, TNF-alfa), wat de samenstelling van darmbacteriën verandert
- Heeft effect op de doorlatendheid van de darmwand, wat gelinkt is aan veel auto immuunziekten
- Staat bacteriën toe de bloed-hersenbarrière te passeren, wat ontstekingen in het lichaam in de hand werkt
Hoe darmbacteriën bijdragen aan depressie en angst
Enkele mechanismen waardoor de darmbacteriën brein en emoties beïnvloeden:
- Veranderde microbiële samenstelling: zowel probiotica als schadelijke infectieuze bacteriën hebben effect op de hersenen en emoties. Een studie toonde aan dat door probiotica suppletie angst afneemt.
- Activatie immuunsysteem: darmbacteriën activeren het immuunsysteem en zorgen voor een toename van schadelijke ontstekingsbevorderende cytokinen. Veel studies laten de link tussen de toename van bepaalde cytokinen en depressie zien.
- Tiende hersenzenuw: Dit is de belangrijkste zenuw van het parasympatische systeem dat de vlucht-vecht response kalmeert. De tiende hersenzenuw heet ook wel de nervus vagus. Activatie van deze hersenzenuw en de vrijzetting van acetyl-choline hebben een kalmerend en ontstekingsremmend effect op het lichaam. Veel effecten van de darmbacteriën op hersenen en lichaam blijken af te hangen van deze activatie.
- Stofwisseling van tryptofaan: tryptofaan is een heel belangrijk aminozuur en het materiaal dat het lichaam gebruikt om serotonine aan te maken (de ‘geluks’neurotransmitter). Een specifieke route – de kynurinine route- regelt de stofwisseling van tryptofaan en zorgt voor de opslag van 95% van al het tryptofaan. Wanneer er microbiële infecties zijn, zoals door gist, bacteriën of parasieten, kan deze route geactiveerd worden en de voorraad tryptofaan ‘plunderen’. Dit leidt tot vermindering van serotonine en kan depressie en slapeloosheid tot gevolg hebben.
- Microbiële metabolieten: darmbacteriën helpen bij de productie van galzuren en korte vetzuur-kettingen, die essentieel zijn voor zowel de lichamelijke als de mentale gezondheid.
- Neurometabolieten: raar maar waar, bacteriën hebben de kundigheid om veel neurotransmitters en metabolieten te produceren die directe invloed op hersenen en gedachten uitoefenen. Studies tonen dat microben zelfs invloed hebben op je lekkere trek, eetgedrag en zelfs voedingskeuze.
- Bacteriële celwand-suikers: misschien wel het meest fascinerende van allemaal. De wanden van bacteriën bevatten suikermoleculen die via ‘rechtstreekse verbinding’ met immuun- en hormoonsystemen, deze systemen in actie zetten. Dit mechanisme is verantwoordelijk voor de gezonde effecten van probiotica op darmen en hersenen.
Bronvermelding website: goedgezond.info/2015/03/darmbacterien-die-het-brein-veranderen-hoe-beinvloeden-ze-stemming/
Ontlasting kan vele kleuren hebben
Bruine ontlasting
Menselijke ontlasting (feces of faeces) bestaat voor het grootste deel uit water, onverteerde voedselresten en bacteriën. De kleur varieert onder normale omstandigheden van lichtbruin (pindakaas-achtig) tot donkerbruin (chocoladepasta-achtig).De bruine kleur ontstaat door de omzetting van bilirubine (kleurstof van gal) in de dunne darm. Bilirubine is een afbraakproduct van hemoglobine, het stofje dat rode bloedcellen hun rode kleur geeft.
ADVIES: Voor alle afwijkende kleuren waar je de oorzaak niet van weet (bietjes=rood/spinazie=d.groen enz.) geldt dat het verstandig is dit te melden bij je huisarts (of darmarts als je die binnenkort bezoekt). Loop niet te lang met twijfels rond, wie vraagt weet meer. Je kan ook een beetje ontlasting in een potje doen en die naar de huisarts brengen voor onderzoek.
Witte/grijze/stopverf ontlasting
Wanneer er geen of weinig bilirubine in de ontlasting zit krijgt deze een lichte, grijze kleur (ook wel getypeerd als stopverf). Dit kan veroorzaakt worden door een gebrekkige afbraak van bilirubine of een afsluiting van de galwegen.
Gele en groene ontlasting
Het eten van groene bladgroente kan vanwege het bladgroen (chlorofyl) voor een andere kleur zorgen. Echter een ontsteking (overloopdiarree) kan ook maken dat de ontlasting geel of groen kleurt. Dit geldt ook voor een maag-darm infectie (Salmonella/Clostridium) Andere oorzaken kunnen zijn: aandoeningen aan de lever- en galwegen, alcoholgebruik, laxeermiddelgebruik, voedselintoleranties zoals Coeliakie.
Zuigelingen die borstvoeding krijgen hebben ook vaak groen/gelig ontlasting.
mensen die sondevoeding of TPV krijgen, zouden eventueel ook groenige ontlasting kunnen krijgen, omdat zij weinig tot geen vezels in de voeding hebben omdat hun darmstelsel net als die van baby’s niet belast wordt door vast voedsel/vezels.
Rode en zwarte ontlasting
Door het eten van voedingsmiddelen met veel ijzer of het gebruik van diarreeremmers op basis van actieve kool (zoals Norit) kan je ontlasting zwart kleuren. Dit is tamelijk onschuldig. Een andere oorzaak kan de aanwezigheid van bloed zijn. Het is erg lastig om met het blote oog bloed te herkenning in de ontlasting. Helder bloed is meestal afkomstig van kleine wondjes of aambeien in de laatste deel van het maag-darmkanaal of de anus. Een (grote) bloeding in het maag-darmkanaal is te herkennen aan (donker) rode tot zwarte kleur van de ontlasting. Dit heeft te maken met de locatie waar het bloed vandaan komt. Wanneer bloed uit hoger gelegen delen van het maag-darmkanaal komt en dus wordt verteerd, veranderd de kleur naar zwart. Wanneer je denkt bloed te zien in uw ontlasting of de ontlasting is zwart en sterk ruikt, is het altijd noodzakelijk om direct contact op te nemen met een (huis)arts. Om na te gaan of ontlasting bloed bevat is een laboratoriumtest vaak noodzakelijk.
Uitzondering: Bij pasgeboren baby's hoort de eerste ontlasting die geproduceerd wordt zwart (meconium) te zijn, zo niet dan moet dit direct gemeld worden.