De alvleesklier
De alvleesklier ligt tussen de maag en de dunne darm in en is een hormoonklier. Hij is ongeveer vijftien centimeter lang en één tot drie centimeter dik. In de alvleesklier zitten cellen die hormonen maken (insuline, glucagon, gastrine, pancreas polypeptide en somatostatine). Deze hormonen komen in het bloed en houden de bloedsuikerspiegel stabiel. Bij sommige mensen maakt de alvleesklier te weinig hormonen aan. Zij kunnen diabetes mellitus krijgen.
De alvleesklier bevat ook cellen die enzymen voor de spijsvertering aanmaken:
- voor de afbraak van eiwitten (proteases; voornamelijk trypsine, chymotrypsine en carboxypeptidase),
- voor de afbraak van vetten (lipases)
- voor de afbraak van suikers (amylase)
- voor de afbraak van grote hoeveelheden natriumbicarbonaat om het maagzuur te neutraliseren.
Als de alvleesklier deze stoffen niet goed aanmaakt, ontstaan er problemen met het verteren van voedsel. Verder scheidt de alvleesklier grote hoeveelheden natriumbicarbonaat af. Deze stof neutraliseert het zuur uit de maag en beschermt zo de twaalfvingerige darm en de rest van de darmen.
Bron: website mchaaglanden.nl/stimulansz/het-lichaam/spijsvertering + Bron: Bron: website natuurlijkerwijs.com/spijsvertering.htm