Afkickverschijnselen door intensief darmspoelen
Bovenstaande kop klink misschien vreemd maar ik zal proberen de logica hiervan duidelijk te maken.
Als je lichaam al heel lang te kampen heeft met chronische verstopping dan went het zich daaraan.
Net als bij medicijnen die je al geruime tijd gebruikt (pijnstillende en slaapmedicatie) ontstaat er een gewenning/verslaving. Als je dan wilt stoppen moet je dit in etappes afbouwen om de afkickverschijnselen enigszins in toom te houden. Dit komt doordat het lichaam= bloed minder medicatie stoffen binnenkrijgt dan het gewend is en daar op reageert met extra pijn of griepachtige tot aan ‘cold turkey’-achtige verschijnselen. Dit zelfde gebeurt ook door vervuiling vanuit de darmen.
Als ontlasting stagneert in de dikke darm, houdt dat automatisch in dat het ook stagneert in de dunne darm.
Met als gevolg dat er ook veel vervuiling (= ontlasting) blijft staan bij de overgangspoort van de dunne naar de dikke darm (het gedeelte waar dus de klep van Bauhin zich bevindt).
Omdat langs dit gedeelte van de darm de poortader loopt =leverpoortader transporteert zuurstofarm en voedingsstofrijkbloed van darmen, maag en milt naar lever, reageert het lichaam met vergiftigingsverschijnselen.
Standaard vinden er constant 2 typen biochemische ontgiftingsprocessen (detoxificatie) plaats in de lever. In deze twee fases worden schadelijke in vet oplosbare stoffen omgezet tot water oplosbare stoffen. Deze omgezette stoffen kunnen dan door de lever -via de galblaas- afgescheiden worden.
Ze worden dan via de stoelgang verwijderd of ze worden via het bloed naar de nieren getransporteerd en daar tot urine gevormd om dan uitgeplast te kunnen worden.
De verhouding van de activiteit in beide fases is van groot belang voor behoud van onze gezondheid.
Verloopt de eerste fase sneller dan de tweede dan ontstaan er vrije radicalen (agressieve verbindingen die celschade geven).
Verloopt de tweede fase te traag door onvoldoende zwavelhoudende aminozuren dan kan zich dit uiten in: vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn, oedeem, buikklachten, verstopping, misselijkheid, vieze metaalsmaak in de mond, huidklachten, duizeligheid, jeuk én een ander eetgedrag.
Als je intensief (langdurig en lang) gaat spoelen dan lukt het op een gegeven moment om ontlasting die hoog in de dikke darm vastzit naar buiten te krijgen. Je denkt dan natuurlijk dat je daar heel erg van opknapt
en dat is ook wel zo omdat in etappes je darmen schoner raken en de aangekoekte harde laag die peristaltiek helemaal onmogelijk maakt en ook normaal bukken/bewegen moeilijk laat zijn losgeweekt wordt (een goed iets)
echter het bloed dat niet meer vervuild wordt door volgepropte stagnerende darmen ontdekt in vele passerende organen dat er nog veel gifstoffen opgeslagen zijn in de cellen. Deze hebben nu de mogelijkheid hun gif weer af te geven opdat de lever dit kan verwerken. Het proces van schoon spoelen is zodoende een lang proces dat niet onderschat dient te worden.
1) Door de hoeveelheid water die je in je darm inbrengt komt er verhoudingsgewijs dus ook in korte tijd veel helder (onvervuild) water in de poortader wat maakt dat de lever en nieren in de tijd tijdens/na het spoelen flink moeten werken. Vaak merk je dat als je spoelt je urine ook helderder (minder sterk wordt) en dat is goed.
2) Maar doordat je lever merkt hoe fijn het is om niet constant vervuild te zijn, wil het zijn conditie aanpassen. Echter er is nog heel veel vervuiling in je lichaam en doordat er nu "schoner bloed" langs de organen komt Je komt in een fase terecht waarin het lichaam diverse ontgiftigingsverschijnselen krijgt omdat het bloed dat de leverpoortader nu krijgt van andere samenstelling is dan voorheen met de erge verstopping.