Artikelindex

Brief van Peet's vader

Deze brief kwam tot stand door een vraagje van Peet: ”Pap, hoe is het om een dochter te hebben zoals ik?” “Hoe bedoel je Peet?” “Nou Pap, je weet dat we een site maken over ons ziek zijn en ik/we proberen aan anderen die hetzelfde of iets wat er mee te vergelijken is hebben, duidelijk te maken hoe ons leven er uit ziet en wat het met ons zelf, maar ook met de mensen uit onze omgeving doet als je iets dergelijks overkomt. Wat doet het lichamelijk maar ook geestelijk met jou en Mam als jullie weer in het ziekenhuis komen na de zoveelste opname voor een operatie of complicatie die levensbedreigend is? Hoe ervaren jullie dat, wat betekend dat voor jullie? Als jullie aan mijn bed zitten dan zien Marc en ik dat jullie opgelucht zijn omdat ik aanspreekbaar ben. Dat ik ze nog allemaal op een rijtje heb na de zoveelste narcose of sepsis”.

Mijn antwoordt hierop was:

“Ja Peet, dat wil ik wel beschrijven, maar ik weet niet hoe! Ik weet niet hoe ik kan uitleggen hoe machteloos wij ons voelen. Ik weet niet hoe ik moet uitleggen dat we alles voor je willen doen, maar het niet kunnen. De enigen die wat voor jou kunnen doen zijn de dokters, de chirurgen, de narcotiseurs, de verpleging. Wij zijn afhankelijk van hetgeen Marc en jij ons vertellen nadat het voor de zoveelste keer (net) goed is gegaan. Bij geplande operaties is de spanning tijdens het wachten niet uit te leggen. Hoe vertel je hoe het voelt als de angst dat het niet goed gaat je hart laat kloppen in je keel? Dat je i.p.v één keer, 4 of 5 keer per dag naar het toilet moet lopen!

Het is niet uit te leggen hoe wij schrikken van de telefoon elke keer als jij opgenomen bent. Hoe kan ik je uitleggen wat het is om ’s nachts wakker te liggen met allerlei doem scenario’s in mijn kop, met je moeder naast me die ook draait en droomt maar zegt zich haar dromen niet meer te herinneren. Hoe kun je uitleggen dat, hoewel ik niet meer geloof in de God uit mijn jeugd, je moeder en ik naar het kapelletje van Schilberg lopen om een paar kaarsjes aan te steken met het verzoek om het “goed” te laten gaan. Dat we dan het gevoel hebben “iets” te hebben gedaan en als het dan weer “goed” is gegaan, steken we nog een paar waxinelichtjes aan en zeggen zachtjes: “Dank je wel!”

Het is niet uit te leggen hoe het is om afhankelijk te zijn van openbaar vervoer terwijl het o.v voor ons zo gunstig is dat een eigen auto ons echt niet sneller naar jou toe kan brengen. Maar stel dat er iets gebeurt tussen 00.00 en 6.00 uur en dat we met spoed naar jou toe moeten en de trein nog niet rijdt. Gelukkig heeft deze situatie zich nog nooit voortgedaan.

Het is niet uit te leggen hoeveel ik jou en Marc bewonder voor jullie doorzettingsvermogen en hoe dankbaar we zijn dat jij Marc hebt en wij daardoor jou nog! Maar we zijn ook bang, bang dat Marc er een keer niet op tijd bij is of dat hem iets overkomt (al is het maar een blessure), het geeft een rot gevoel”.

Misschien kan ik mijn gevoel toch een beetje omschrijven:

Je moeder en ik zijn er toeschouwers van hoe jullie bergsport bedrijven. Wij zitten boven op de berg en zien jullie iedere keer weer samen uit het dal klimmen. Als jullie boven zijn zeggen wij tegen elkaar, het gaat al. Maar opeens is de bergtop op en liggen jullie weer in het ravijn. Wij dalen af en roepen naar jullie, vooruit klimmen, je moet weer naar boven! Jullie klimmen telkens weer omhoog en wij volgen. Op de volgende berg is het weer een stukje vlak en wij hopen dat deze keer het plateau heel groot is, zo groot dat het volgende dal niet genomen hoeft te worden, dat de volgende berg die je gaat beklimmen vooruitgang geeft in plaats van steeds meer inlevering.

Wij staan aan de kant, wij kijken, hopen, want meer kunnen wij niet doen en dat is rot, heel rot!!

 

Copyright © 2024 Maagdarmstoornis . Alle rechten voorbehouden.