De shunt
Een shunt is een onderhuidse verbinding tussen een ader en een slagader, hij wordt door een chirurg aangelegd tijdens een operatie. Door deze verbinding ontstaat er een grotere bloedstroom waardoor het bloedvat gaat opzwellen en gemakkelijk aan te prikken is met een naald. Direct na de operatie gaat er al een grote hoeveelheid bloed door de AV-fistel (meestal zo’n 700 ml/min). In de weken daarna neemt dit nog toe. Nadat de shunt operatief is aangelegd, heeft deze ongeveer 6 weken nodig voordat hij gebruikt kan worden, het zogenaamd “rijpen”. In de periode van het rijpen wordt de vaatwand dikker en zal de shunt beter zichtbaar worden.
De bloedstroom in een shunt wordt ook wel de flow genoemd. Na de operatie kun je met een stethoscoop zelf je shunt beluisteren of bevoelen door je vingers op de shunt te leggen, je hoort of voelt dan een trilling in de shunt. Door dit dagelijks te doen kun je veranderingen vaststellen. Ook bij mensen die thuis TPV krijgen kan een shunt uitkomst bieden. Voordeel van het aanprikken van een shunt is dat dit gemakkelijk gaat, het verdikte vat is namelijk duidelijk voelbaar aan de oppervlakte van de huid.
Het 2e voordeel van een shunt is dat de kans op een sepsis sterk wordt verlaagd doordat er geen lichaamsvreemd materiaal in het lichaam aanwezig is. Doordat er niet continu een verbinding met de buitenwereld is, wordt het intreden van bacteriën tegen gegaan. Door de hoge flow in een shunt wordt de voeding sneller met het bloed vermengd waardoor deze minder irriterend/belastend voor de vaten is.
Verschillende soorten shunts:
• AV-fistel
Hieronder vallen de shunts van eigen vaten met de namen van de vaten waaruit ze zijn samengesteld. De A staat voor ATERIO (slagader), de V staat voor VENEUS (ader), FISTEL staat voor verbinding. De verbinding komt tot stand door middel van een operatie, bij voorkeur onder plaatselijke of regionale verdoving;
• Arterio radialis-vena cefalica
Shunt in de onderarm, de vroegere Cimino. Als dat niet mogelijk is, wordt de shunt in de bovenarm geplaatst en wordt de verbinding bij de elleboog gemaakt, de arterio brachialis-vena cubiti, de vroegere Gracz fistel. Men kan ook een arterio brachialis-vena, cefalica shunt of artero brachialis-vena basilica shunt in de bovenarm aanleggen; Als gevolg van deze verbinding zwelt door de grotere bloedstroom de ader op. Hiervoor is in de regel enkele dagen ziekenhuis opname nodig;