Voedingsadviezen en variatiemogelijkheden
Hieronder vindt je diverse praktische tips om de voeding energie- en eiwitrijker te maken, dit kan bijdragen aan het voorkomen van ondervoeding.
Algemene tips
De volgende tips kunnen je helpen wat meer te gaan eten:
• Gebruik 3 hoofdmaaltijden;
• Gebruik tussendoortjes;
• Varieer in smaak (zoet/hartig) en temperatuur (koud/warm);
• Ga uitgerust aan tafel en neem de tijd om iets te eten of te drinken;
• Eet in een rustige omgeving;
• Extra aandacht voor de voeding kan prettig zijn. Teveel aandacht kan averechts werken.
Brood, broodvervangers en ontbijtgranen
• Varieer met verschillende broodsoorten. Denk hierbij aan roggebrood, krentenbrood, notenbrood, mueslibrood, knäckebröd, crackers, beschuiten, rijstwafels, krentenbollen, croissants, stokbrood, ontbijtkoek, worsten- of saucijzenbroodje;
• Rooster het brood af en toe;
• Een bord pap kan een variatie zijn voor brood. Je kunt het zelf maken van volle melk, suiker of honing en een bindmiddel zoals havermout, rijst, rijstebloem, brinta of griesmeel met eventueel een scheutje ongeklopte slagroom of klontje boter. Diverse pappen zijn ook kant en klaar te verkrijgen in de supermarkt;
• Ontbijtproducten zoals cornflakes, muesli, cruesli, rice-crispies met volle melk of volle yoghurt en suiker of honing en eventueel met een scheutje room zijn eveneens een alternatief voor de boterham;
• Verder is het gebruik van een drinkontbijt nog een alternatief. Drinkontbijten zijn te verkrijgen op basis van vruchtensap en zuivel. Deze zijn te vinden in de supermarkt in het koelvak.
Margarine, roomboter en dergelijke voor op de boterham.
Besmeer het brood ruim met (dieet)margarine (of eventueel met roomboter). Halvarine en halfvolle boter bevatten de helft minder energie en kun je nu dus beter niet gebruiken.
Broodbeleg
• Beleg het brood royaal, bijvoorbeeld door een extra plak kaas of vleeswaren te gebruiken. Maak eens een combinatie zoals ham én kaas.
• Neem eens een snack op of bij de boterham, zoals:
- Gekookt of gebakken ei, omelet of roerei;
- vis zoals zalm, sardines, tonijn, haring of gebakken vis;
- een flensje (eventueel met hartige of zoete vulling);
- huzaren-, rundvlees-, zalm- of aardappelsalade;
- kroket, frikadel of een portie bitterballen;
- knakworstjes, portie saté of ragout.